h

INTERVIEW Hans- Martin Don is de nieuwe directeur van het Leger des Heils in Brabant en Limburg

2 juni 2012

INTERVIEW Hans- Martin Don is de nieuwe directeur van het Leger des Heils in Brabant en Limburg

Powered by TECNAVIA Copyright (c)2012 BN DeStem 02/06/2012

Oosterhout 02/06/2012, Pag 28 Een lijntje met God én met de SP Hans-Martin Don was vier jaar lang wethouder voor de SP in Eindhoven

. Nu is hij directeur van het Leger des Heils in Brabant en Limburg. ‘ Wat bij het Leger christelijke naastenliefde heet, heet bij de SP solida­riteit.’ door René van der Lee Hans-Martin Don houdt kantoor in het voor­malige hoofdkantoor van de Boerenleen­bank. Hartje Eindhoven. In een ander deel van het monumentale pand biedt het Leger des Heils opvang aan 22 dak- en thuislozen. Na jarenlange protesten vanuit de buurt kon het in 2009 openen. Vanaf zijn balkon wijst directeur Don met zichtbare trots naar het pand. - Wie het over het Leger des Heils heeft, denkt aan majoor Boss­hardt. Schuilt er een majoor Boss­hardt in Hans-Martin Don? „ Ja, een klein beetje wel. Majoor Bosshardt valt niet te evenaren, maar het willen helpen van men­sen die in de problemen zitten, dat vind je bij mij ook wel terug.” - Zit dat in de genen? „Ik! denk het. Ik ben opgeleid als verpleegkundige, heb in de psy­chiatrie gewerkt, in de Bijlmer­bajes. Daar heb ik ook te maken gehad met mensen die hele nare dingen hebben gedaan. Een aantal van die mensen was echt levens­gevaarlijk, blij dat ze achter slot en grendel zitten, maar het blijven wel mensen. In hun diepste wan­hoop voelen zij zich ook naar en ellendig. Zulke mensen kun je alleen helpen als je het hart op de goede plek hebt hangen.” - Het Leger des Heils heeft een mis­sie die voortkomt uit de Bijbel. Hoe zit dat met u? „Ik heb mijn lijntje met God.” - Wat betekent dat? „Voor mij betekent dat vooral saamhorigheid. Iets geven aan de ander in de hoop dat je hem in be­weging krijgt, dat is iets waar Jezus een heel duidelijk voorbeeld in heeft geg! even. Ik ben nooit kerk­ganger geweest, maar ik geloof wel! dat er meer tussen hemel en aarde is dan wij kunnen overzien. Ik merk af en toe wel sturing. Dat je denkt: hé, wat is dit? Je moet het ook willen geloven. Je kunt niet alles beredeneren.” „ Ik heb pas een goedkope sterren­kijker gekocht. Als ik de hele dag druk bezig ben geweest, met men­sen aansturen, pak ik dat ding wel eens en ga ik naar de maan kijken. Die maan was er al voordat ik ge­boren was en als ik straks de pijp uitga, is ie er nog. Dat helpt bij het relativeren. De maan is onderdeel van een systeem dat moeilijk te be­vatten is. Je leest er over en je denkt: zit daar iets van sturing? Ik geloof niet dat er een God is die een blauwdruk heeft geschreven, maar hoe zit het dan wel? Dan ko­men ook de levensvragen: wie zijn wij? Ja, de Bijbel bevat een hele­boel exacte antwoorden, maar ik geloof daar niet in.” - Steeds minder mensen hebben een lijntje met God. „Nou, ste! eds minder mensen heb­ben een lijntje met de instituten die een lijn met God pretenderen te hebben. Betekenis geven aan je geloof hoeft niet per se via zo’n instituut. Ik snap ook wel dat die instituten het moeilijk hebben. Ik hoorde pas over een nieuwe pas­toor die geen bloemen meer in de kerk wil. Waarom zou je mensen niet thuis laten voelen in de kerk? Het moet blijven gaan over mense­lijke normen en waarden, maar in instituten gaat het vaak om regels en macht.” - En bij het Leger des Heils? „Hier kennen we geen competen-t­iestrijd, we hebben een eenvoudi­ge opdracht: mensen aan de onder­kant helpen. We zijn er voor men­sen zonder helper. Dat scheelt een hoop gedoe. Het gaat niet om je­zelf, het gaat om de ander.” - Wat betekent de crisis voor jullie? „Twee dingen: onzekerheid over geldstrom! en en meer drukte. Laatst was ik bij onze nachtop­v! ang in Maastricht. Daar hoorde ik dat er vooral meer ouderen bin­nen komen, mensen boven de vijf­tig die hun baan zijn kwijtgeraakt, die thuis problemen hebben gekre­gen, met wie het helemaal mis is gegaan. Er wordt ook meer op de deur geklopt: mag ik een keer mee­eten? Mensen beginnen de crisis nu echt in de portemonnee te voelen.” - Armoede bestaat niet in Neder­land, zegt premier Rutte. „ Als je het vergelijkt met de DerdeWereld is dat zo. Het is allemaal relatief, dat is waar. Maar mensen laten zich leiden door emoties en maken dan soms fou­ten. Dan kun je zeggen: eigen schuld, dikke bult. Maar Rutte miskent dat mensen fouten maken. Ik herinner me dat ie zelf ook eens een reken­foutje van een paar miljard heeft gemaakt. Dat bleef zonder gevol­gen, maar bij anderen is dat soms niet zo. Als je mensen dan toch in de kou laat staan en je zegt dat ze het zelf maar moeten oplo! ssen, dan is dat echt verkeerd VVD-den­ken.” - Rutte bedoelt dat je mensen niet te veel moet pamperen. „ Sommige mensen moet je een leven lang onder de arm nemen. Als je maar een heel klein snapper­tje, een heel laag IQ hebt en je zit in een samenleving die steeds com­plexer wordt. Kijk eens naar je gas en elektra: hoe je op je qui vive moet zijn als je van aanbieder ver­andert.” - De verzorgingsstaat kan mensen ook lui maken. „ Dat is ook zo. De verzorgingsstaat heeft zijn perverse effecten, maar het niet hebben van een verzor­gingsstaat ook. Als je niet voor mensen zorgt en alles overlaat aan de charitas, zakken mensen door het ijs. Dan heb je straks mensen in portieken liggen. We moeten in Nederland meer kijken naar de kansen van mensen, we problema­tiseren te veel. Laatst was! hier een man van wie de uitkering was stopgezet. Hij had een ! bijbaantje gehad naast zijn uitkering, hij had bij een winkel gewerkt. Ik snap dat de regel is dat ie dat had moeten melden, maar je kunt ook zeggen: knap dat je dat baantje gevonden hebt, laten we eens kijken hoe we dat uit kunnen bouwen. Maar nee: een sanctie, we zetten de uitkering stop. Dat is het afstraffen van ie­mand die toch een kans heeft ge­pakt. Terwijl je het ook kunt ge­bruiken om een draai aan iemands toekomst te geven. Er is onvol­doende creativiteit, we leunen te veel op het systeem. Je moet juist leunen op de kennis en de kunde van de uitvoerders van een sys­teem.” - Dat schept het risico van wille­keur. „Dat sluit je uit als die uitvoer­ders het onderling afstemmen. Menselijke processen zijn mis­schien belangrijker dan wetten en structuren. Al die ministeries in Den Haag hebben een groot dashboard waar ze aan de knop­pen zitten ! te draaien tot er een couponnetje uit komt met een bedrag. Als het niet binnen het budget is, draaien ze nog eens aan die knoppen. Ze denken alleen vanuit de centen.” - Als wethouder in Eindhoven heeft u vier jaar meegedraaid in het hart van het openbaar bestuur. Hoe was dat? „Ik heb nog nooit zo’n complexe organisatie meegemaakt. Er is een palet van producten die ze moet leveren aan de samenleving. Dat gaat van paspoorten tot een ver­stopte riolering. En alle burgers zijn kritische consumenten gewor­den, alles moet gisteren geregeld worden.” - Mensen die mopperen, hebben ongelijk? „Natuurlijk gaan er dingen mis. Maar ik spring in de bres voor de overheid. Als de telefoon niet met­een wordt opgenomen, is dat dan een ramp? Als ik met de KPN of Ziggo bel, word ! ik vaak slechter te woord gestaan.” - Waarom bent u gestopt? „Na drie jaar raakten mijn batterijen leeg. Ik merkte ook dat ik ging veranderen. Ik raakte mijn enthousiasme kwijt. Je wordt geleefd. Na 3,5 jaar ben ik ook een week uitgevallen, ik zat er echt helemaal doorheen, dat was dra­matisch. Fysiek, psychisch, de kaars was helemaal op. Gelukkig was het net voor de zomer­vakantie, ik heb me toen toch weer wat op kunnen lappen. Maar dat wilde ik natuurlijk niet nog een keer meemaken. Het heeft ook alles met mij te maken. Ik ben 52, ik kan mezelf niet meer veranderen. Ik doe het op mijn manier, ik probeer er al mijn energie in te leggen. Als dat niet meer kan, ben ik ook niet meer effectief.” - Wat maakt het zo zwaar? „ Ik voelde me een circusartiest die heel veel bordjes in de lucht moet houden. Je bent op een heleboel verschillende terreinen bezig, ook ! met zaken waar je weinig verstand van hebt. Dat vreet energie.” - Dus als Emile Roemer de verkiezin­gen wint en misschien wel premier wordt, hoeft hij niet aan te klop­pen voor een ministerspost? „ Zeg nooit nooit in het leven, maar mijn sentiment is niet posi­tief. Ik had het wethouderschap niet willen missen, maar ik ben goed in het vertalen van abstracte ideeën naar de uitvoering. Een minister blijft meestal hangen in de structuur.” - Veel mensen zijn verbaasd dat een SP’er directeur is bij het Leger des Heils. De SP staat niet bekend om haar religieuze bevlogenheid. „De identiteit van de SP en het Leger des Heils is niet zo verschil­lend. Wat bij het Leger christelijke naastenliefde heet, heet bij de SP solidariteit. In beide gevallen gaat het er om dat je jezelf een beetje wegcijfert. Dat je je af en toe af­vr! aagt of je iets voor jezelf doet of voor een ander.” ‘ Wat bij het Leger des Heils christelijke naastenliefde heet, heet bij de SP solidariteit.’ foto Maikel Samuels

U bent hier